De paddenstoel die z’n eitjes wegschiet: het Nestzwammetje.
Soms loop je door het bos en zie je iets piepkleins wat lijkt op... een vogelnestje? Of een miniatuurkommetje gevuld met kleine eitjes? Grote kans dat je naar een nestzwammetje (Cyathus striatus) kijkt – een bijzondere zwam die eruitziet alsof iemand er met een pincet minikunstwerkjes heeft achtergelaten
Wat is een Nestzwammetje?
De nestzwam begint als een klein, bruin harig bolletje. Als het vruchtlichaam rijp is, opent het en verandert het in een bekervormige structuur met kleine, zilvergrijze "eitjes" erin. Overigens blijft ie ook klein: de bekertjes zijn maar 5–10 mm groot. Die eitjes zijn eigenlijk peridiolen – kleine harde bolletjes vol sporen.
Als het regent of als er een druppel op valt, springen de peridiolen uit het bekertje.
Ze blijven met een slijmdraadje kleven aan takjes of bladeren, zodat de sporen verder kunnen rijpen en verspreid worden.
Een briljant systeem dat slim gebruikmaakt van regen en zwaartekracht!
Hoewel er meer mini-bekerzwammetjes bestaan, valt het nestzwammetje (Cyathus striatus) op door zijn gestreepte binnenwand: kijk goed in het bekertje – je ziet fijne, verticale streepjes aan de binnenkant. Dat is heel typisch voor deze soort! En door zijn harige buitenkant: de buitenkant van het bekertje is ruw en behaard, vooral als hij nog jong is.
Waar en wanneer vind je het Nestzwammetje?
Het nestzwammetje (Cyathus striatus) houdt van plekken waar veel dood plantaardig materiaal ligt. Je vindt hem vooral in: Loofbossen (bij beuk, eik, berk), gemengde bossen, parken, tuinen en op composthopen
Hij groeit het liefst op vochtige, schaduwrijke plekken, waar de luchtvochtigheid hoog blijft – perfect voor zijn regendruppel-truc. Vaak op dode takken, stammetjes, houtspaanders of natuurlijk strooisel.
De nestzwammetjes verschijnen meestal vanaf de zomer (juli) tot diep in de herfst (november). Na natte periodes is de kans het grootst om ze te zien: dan openen de bekertjes zich en zijn de 'eitjes' zichtbaar.
bron. waarneming.nl
4 feitjes over het Nestzwammetje.
Het nestzwammetje is piepklein. Een nestzwammetje is maar enkele millimeters groot, maar maakt slim gebruik van regen, zwaartekracht én plakkracht.
Het nestzwammetje gebruikt regendruppels als katapult. Een enkele regendruppel kan een peridiool tot wel een meter uit het nestzwammetje schieten!
Wat eruitziet als eitjes zijn in werkelijkheid harde sporenpakketjes (peridiolen) die later openspringen om hun sporen vrij te laten.
Elk eitje is verbonden met een dun slijmdraadje dat zich om takjes of gras kan wikkelen, zodat het goed blijft hangen.