Een zwam die je ruikt voordat je hem ziet: dit is de Stinkzwam.
Sommige paddenstoelen staan er vooral mooi bij. Anderen pakken het iets... geuriger aan. De stinkzwam (Phallus impudicus) is misschien niet de charmantste verschijning in het bos, maar wél een van de slimste.
Je ruikt ‘m vaak voordat je ‘m ziet: een zware lucht van rottend vlees zweeft tussen het mos en de bladeren. Volg je neus, en je komt uit bij een witte, slanke paddenstoel met een plakkerige, donkerbruine top. Dat is de stinkzwam.
Wat is de stinkzwam?
De stinkzwam gebruikt zijn geur om vliegen aan te trekken. Die vliegen denken dat ze rottend vlees hebben gevonden en landen massaal op de zwam om ervan te eten. Maar ondertussen blijven de sporen plakken aan hun pootjes en vleugels. Zo zorgt de stinkzwam ervoor dat zijn sporen over grote afstanden worden verspreid – veel verder dan met alleen de wind zou lukken.
De stinkzwam start als ei:
De stinkzwam begint zijn leven in een wit ‘heksen- of duivelsei’ – een stevig bolletje met een elastische buitenlaag.
Binnenin groeit al het vruchtlichaam (de latere stinkzwam) opgerold en onder druk.
Wanneer het tijd is om te “ontsnappen”, barst het ei open.
De honingraatstructuur van de stinkzwam.
Onder het stinkende slijmlaagje (de gleba) zit de echte hoed van de stinkzwam. Die hoed heeft een duidelijke honingraatachtige structuur: een netwerk van diepe, zeshoekige groeven en richels.
Waarom?
Die structuur vergroot het oppervlak waarop het slijm (met daarin de sporen) kan liggen.
Meer oppervlak = meer sporen = grotere kans op verspreiding via vliegen.
Bovendien kan het slijm zo beter blijven hangen zonder meteen van de hoed af te druipen.
Zodra de vliegen het stinkende goedje opeten of erin rollen, nemen ze ongemerkt de sporen uit die honingraatstructuur mee – en verspreiden die verder het bos in.
Roze stinkzwam.
Er zijn meerdere soorten stinkzwammen, en net zoals de meeste paddenstoelen zijn de namen erg logisch. De ‘duinstinkzwam’ komt vooral voor in het duingebied, en de roze stinkzwam is… roze.
Waar & wanneer kom je de Stinkzwam tegen?
De stinkzwam (Phallus impudicus) is verrassend veelzijdig in zijn voorkeuren. Je kunt hem vinden in: Loofbossen (vooral bij beuk, eik en berk), Gemengde bossen, Parken, tuinen en wegbermen als de bodem maar voedzaam en vochtig genoeg is.
Hij houdt van voedselrijke, humusrijke grond en verschijnt meestal op plekken waar de bodem niet te droog is.
De stinkzwam komt vooral voor in de zomer en herfst (van juni tot november), maar bij zachte winters kan hij zelfs nog later opduiken.
5 Feitjes over de Stinkzwam
Vaak ruik je hem eerder dan dat je hem ziet: volg die beruchte geur van rottend vlees, en je hebt grote kans om er eentje (of meer) te spotten!
Bovenop de hoed zit vaak een witte, schijfvormige rest van het vlies van het "heksenei" – dat noemen ze ook wel de volva-rest of simpelweg de topplaat.
De stinkzwam kan binnen een paar uur volledig uit zijn ei ‘schieten’ – als je 'm 's ochtends spot, staat hij 's avonds al vol trots boven het bladerdek.
Ondanks zijn beruchte geur zijn stinkzwammen niet giftig – in sommige landen worden jonge exemplaren zelfs gegeten!