Een fluwelen verschijning met een kort leven: dit is het Hazenpootje.
Sommige paddenstoelen lijken haast te verdwijnen zodra je ze ziet. Het hazenpootje (Coprinopsis lagopus) is zo’n soort: fragiel, doorschijnend, en bedekt met een donslaagje dat zo zacht oogt dat je het bijna aait. Maar vergis je niet: deze zwam leeft snel en sterft nog sneller.
Wat is het Hazenpootje?
Zijn naam dankt hij aan dat dons: als jong exemplaar is hij bedekt met witgrijze haartjes, net als een hazenpoot. Naarmate hij ouder wordt, opent de hoed zich als een parasolletje, de randen gaan rafelen, en uiteindelijk... vervloeit hij in een zwarte drab. Een klassiek lid van de inktzwammenfamilie, met flair.
Ze zijn klein: 3–6 cm hoog, hoedje slechts 1–2 cm
Hebben geen ring, maar juist een slank steeltje
Basidiomyceet met plaatjes.
Waar en wanneer vind je Hazenpootjes?
Ze komen voor op voedselrijke grond: compost, houtsnippers, bermen, tuinen, paardenmest, oude bladeren. Oftewel in parken, plantsoenen, tuinen en bosranden. Het Hazenpootje verschijnt van lente tot herfst, vaak na regen
Ze leven zeer kort: vaak binnen 24 uur van knop tot drab.
Bron: waarneming.nl
5 feitjes over het Hazenpootje:
Zijn naam lagopus betekent letterlijk “haasvoet” in het Latijn.
In ochtendlicht zijn jonge exemplaren betoverend mooi, met glinsterende haartjes.
Net als andere inktzwammen vervloeit hij – een dramatische afgang met stijl.
Hij groeit vaak massaal, maar wordt zelden goed opgemerkt door zijn subtiele uiterlijk.
De vervloeiing helpt bij sporenspreiding: terwijl hij oplost, laat hij zijn sporen meevoeren door wind of regen.
